Elk huis zijn eigen isolatie

Met isoleren verlaag je de energierekening en verhoog je het comfort in huis. Hoe je een isolatieklus aanpakt en wat mogelijk is, hangt onder meer af van het bouwjaar van de woning.

Bouwjaar voor 1920

Begin met dak- en vloerisolatie. Woningen die voor 1920 zijn gebouwd, hebben geen spouwmuur. Isoleer daarom de binnen- of buitenzijde van de gevel, bijvoorbeeld met een voorzetwand. Voor isolatie aan de buitenzijde moet je wel een vergunning aanvragen. Glasisolatie levert in oude woningen een hoog rendement op.

Let op: Kijk of eerdere bewoners al iets aan isolatie hebben gedaan. Oud isolatiemateriaal kan uitzakken. Is dit het geval? Vernieuw het dan. Vervang je enkelglas door hoogrendementsglas (hr-glas), houd er dan rekening mee dat het draaiende deel van het kozijn misschien moet worden aangepast. Hr-glas is namelijk zwaarder dan enkelglas.

Bouwjaar tussen 1920 en 1974

Deze woningen zijn vanuit de bouw niet geïsoleerd, maar de kans is groot dat eerdere bewoners wel investeerden in dakisolatie, spouwisolatie en dubbelglas. Bevat de spouwmuur nog geen isolatie? Isoleer die dan met glas- of steenwol, schuim of piepschuimbolletjes. Hiermee kun je tot 30% energie besparen. Isoleer de vloer voor extra comfort. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld glas of steenwol of kunststof isolatieplaten. Zit er nog enkelglas in de ramen? Vervang dit dan door hr-glas.

Let op: Oudere, slecht geïsoleerde woningen worden door het grote aantal kieren ‘natuurlijk’ geventileerd. Ga je isoleren of dicht je de kieren, dan verander je de vochthuishouding in huis. Controleer daarom na het isoleren met een hygrometer of je woning niet te vochtig is. De ideale luchtvochtigheid ligt tussen de 40% en 55%. Is je woning te vochtig? Dan is het belangrijk om beter te ventileren.

Bouwjaar tussen 1975 en 1982

Bij deze woningen is tijdens de bouw matige spouw- en dakisolatie aangebracht. Vereniging Eigen Huis raadt af om je spouwmuur na te isoleren als deze al is geïsoleerd. Je kunt wel extra vloer- en/of dakisolatie aanbrengen. Het verkeerd aanbrengen van meerdere isolatielagen zorgt soms voor vochtproblemen, waardoor met name houten constructies kunnen gaan rotten. Laat je daarom goed informeren door een deskundige. Gebruik je de zolder enkel als bergruimte? Isoleer dan de zoldervloer. Dit heeft alleen nut als de zolder geen open verbinding heeft met de verdieping eronder en niet wordt verwarmd. Isoleer je het dak, dan gaat dit het makkelijkst aan de binnenkant. Dit kan onder andere met minerale wol of piepschuim.

Let op: Niet alle isolatiematerialen zijn geschikt voor het dak en gebruik altijd  dampremmende folie. Die voorkomt dat vochtige lucht uit huis in de isolatielaag condenseert en houtrot veroorzaakt. De buitenzijde van het dak isoleren is een ingrijpende klus. Het dak wordt hoger, waardoor je bijvoorbeeld goten moet aanpassen. Dit is dan ook een klus voor een professional.

Bouwjaar tussen 1983 en 1999

Deze woningen zijn vanuit de bouw redelijk geïsoleerd. De huizen hebben vaak dak-, gevel- en vloerisolatie. Extra isolatie is niet nodig. Wil je meer comfort in huis en meer energie besparen? Dicht dan kieren met tochtstrips. Je kunt het huis energieneutraal maken met hr++- of tripleglas en isolerende kozijnen en deuren.

Let op: Als je kieren dicht, zorg dan op een andere manier voor voldoende ventilatie in huis. Heb je vloerverwarming? Denk dan ook aan de vloerisolatie om de warmte goed vast te houden.

Bouwjaar tussen 2000 en 2021

De daken, vloeren en gevels van huizen die vanaf 2000 zijn gebouwd, zijn zeer goed geïsoleerd. In elk raam zit hr++-glas en soms tripleglas. Extra isoleren is niet nodig. Wel kun je, net als bij de voorgaande bouwperiode, kijken naar de kierdichtheid. Met een warmtebeeldcamera ontdek je waar warmte het huis verlaat.

Let op: Wil je je huis op een duurzame manier elektrisch verwarmen? Kijk dan of een warmtepomp iets voor je is.